|
PERFECT |
VOLDOENDE |
BEGINNER |
De "inleiding"
(10 punten)
|
De
leerlingen worden op een pakkende manier warm gemaakt voor de opdracht.
Visueel is dit onderdeel ook attractief. |
Sommige
leerlingen zal het wel wat aanspreken. Visueel kan het nog wat beter. |
Hmmm,
zal dit de leerlingen echt aanspreken.
Een afbeelding of een geluidje doet ook al wonderen. |
De "opdracht"
(10 punten)
|
Er
zijn aantrekkelijke rollen voor de leerlingen bedacht.
De opdracht is voor de leerlingen al vrij duidelijk. |
Misschien
zou de rolverdeling wat beter kunnen.
De opdracht kan helderder geformuleerd worden. |
Passen
deze rollen bij het onderwerp en de leerlingen?
De opdracht moet je voor de leerlingen beter uitwerken.
|
De "verwerking"
(10 punten)
|
De
leerlingen weten precies waar ze aan toe zijn. Er is helder geformuleerd
wat en hoe de leerlingen moeten produceren. |
Hier
en daar kunnen de specifieke opdrachten beter op het niveau van de
leerling samengesteld worden. |
Zouden
de leerlingen met deze opdrachten datgene maken waarvan jij vindt dat het
er uit moet komen? |
De "infobronnen"
(10 punten)
|
Je
hebt meer dan voldoende websites gevonden met informatie die passen bij
het niveau van de leerlingen en bij het onderwerp. |
De
leerlingen hebben wel genoeg keuze, maar een paar meer zou geen kwaad
kunnen. Misschien is het niveau ook niet helemaal passend. |
Knappe
koppen die met deze informatiebron(nen) deze webkwestie tot een goed einde
brengen. |
De "beoordeling"
(10 punten)
|
Dat
ziet er perfect uit. Je geeft de meeste punten ook aan de juiste
zwaartepunten van je webkwestie. |
De
puntenverdeling zou je beter kunnen opzetten. Wellicht meer uitsplitsen. |
Noch
de leerlingen, noch andere leerkrachten weten hoe de normering precies in
elkaar steekt. |
De "afsluiting"
(5 punten)
|
Goed
beschreven wat ze met deze webkwestie eigenlijk geleerd hebben. |
Dat
kan wel wat beter. |
Maak
daar echt meer werk van. |
De "leerkracht"
(5 punten)
|
De
leerkracht die deze webkwestie gebruikt kan goed zien waar het over gaat,
voor welke groep het te gebruiken is en bij welk(e) vak(ken). |
De
leerkracht kan niet meteen zien waar de zwaartepunten van de webkwestie
liggen. |
De
leerkracht moet het vooral zelf uitzoeken waar deze webkwestie over gaat. |
Samenwerking
(20 punten) |
De
werkgroep heeft gezamenlijk een uitstekend prestatie neergezet. |
Niet
iedereen heeft evenveel aan deze webkwestie bijgedragen. De taken waren
niet zo goed verdeeld. |
Het
lijkt erop dat slechts een persoon vooral de opdracht heeft uitgevoerd. |
De presentatie
(20 punten)
|
De
presentatie was duidelijk en helder en liep gesmeerd. Team en ouders
zullen duidelijk zijn wat een webkwestie is. |
Zouden
alle teamleden hierdoor overtuigd zijn dat een webkwestie een goed
onderwijs - alternatief is om internet op school veilig te gebruiken en
waarbij de leerlingen ook nog wat opsteken?.
Visueel had het nog wat beter gekund. |
Daar
had meer overtuigingskracht in moeten zitten.
Niet erg duidelijk was waar de webkwestie nou over ging en wat het doel
van een webkwestie precies is. |