UITWERKING

1. Bekijk elk tien websites en noteer relevante informatie over Christopher Columbus en zijn befaamde ontdekkingsreizen.

2. Bekijk per twee één film naar keuze. Beide films zijn op videotape te ontlenen in de schoolvideotheek. Van elke film gaat er bovendien één voorstelling door op donderdag 22 maart van 17u tot 19u en 29 maart van 17u tot 19u

    - 1492. Conquest of Paradise (Ridley Scott, 1992).
    - Christopher Columbus. The Discovery (John Glenn, 1992).

3. Vergelijk de informatie die je in de film over Columbus krijgt met de historisch correcte informatie die je in de websites vond. Worden we in de film correct ingelicht over dit stukje geschiedenis ?

4. De meeste filmmakers kiezen voor de traditionele verhaalvorm:

    -Uiteenzetting van de basissituatie.
    -Het hoofdpersonage onderneemt acties tegen zijn tegenstanders.
    -De tegenstanders dreigen het conflict te winnen.
    -Het hoofdpersonage slaat terug.
    -Het hoofdpersonage overwint en bereikt zijn doel.

    Vindt je deze traditionele verhaalvorm terug in de film?

5. Volgens vele historici geeft de traditionele verhaalstructuur in de populaire historische film aanleiding tot een foutief beeld van het verleden bij het publiek. Ga na of je de volgende kenmerken van populaire historische film herkent in de door jullie bekeken film en of die kenmerken aanleiding geven tot een foutief beeld over het verleden. Overleg met je medeleerling.

    a) Geschiedenis als een verhaal met een boodschap van vooruitgang.
    De populaire historische film vertelt ons een verhaal met een begin, een midden en een einde. Ongeacht het onderwerp brengt de film ons de boodschap dat de situatie steeds beter wordt of beter is geworden. Soms is de boodschap indirect, zoals bij een film over de gruwel van de jodenuitroeiing. Dergelijke films geven ons het gevoel ?Wij mogen ons gelukkig prijzen dat wij niet in die tijd leefden. Wij hebben het vandaag veel beter.? Films met een boodschap van twijfel over de toekomst zijn zeldzaam.

    b) Geschiedenis als een verhaal van individuen.
    Kiezen voor de traditionele verhaalvorm impliceert kiezen voor een benadering van het verleden waarin het individuele handelen een centrale rol speelt. Filmmakers beperken zich doorgaans tot het vertellen van hetgeen hun personages overkomt. Terwijl historici de lezer voortdurend zullen wijzen op de manier waarop individuele handelingen deel uitmaken van en gestuurd worden door meer abstracte historische processen, zoals de tijdsgeest, instituties, enzovoort. Filmpersonages hoeven echter niet per definitie concrete individuen te representeren, maar kunnen ook een meer globale, symbolische functie vervullen. Priester Daens staat in de film van Stijn Coninx bijvoorbeeld eerder symbool voor diverse mensen die zich op een of andere manier hebben ingezet om de ellende van de laagste sociale klassen te minderen.

    c) Geschiedenis als een gesloten, éénduidig verhaal.
    De filmmaker toont de geschiedenis als een lineair verhaal over een afgesloten en simpel verleden. Het publiek krijgt geen alternatieve interpretaties. Historische film wordt in dit opzicht verweten het verleden met zo?n vanzelfsprekendheid te tonen dat de ambivalentie die kenmerkend is voor historische gebeurtenissen, volledig dreigt vergeten te worden.

    d) Geschiedenis als het uitzicht van een periode.
    In populaire historische film ligt de nadruk op oppervlakte verschijnselen. Het beeld dat we krijgen van het verleden is louter een decor. Bovendien maken filmmakers vaak gebruik van stereotiepe decors. Speelt het drama zich af in de Middeleeuwen dan krijgen we steevast kastelen en ridders te zien.

    e) Geschiedenis als emotioneel, persoonlijk en dramatisch.
    De filmmaker mobiliseert de kleuren en klanken, de gebaren en stembuigingen, de camerabewegingen en montage in functie van een spontaan gevoel van lotsverbondenheid en emotie bij het publiek. Historische film suggereert een direct contact met het verleden. Om de kijker te betrekken bij het verhaal en de personages, wordt de complexiteit van de historische werkelijkheid herleid tot een eenvoudige dramatische structuur. Via de belevenissen van de personages wordt het verleden vertelt als triomf, hoop, lijden, avontuur,?

    f) Intertekstualiteit.
    In hun voorstelling van het verleden blijken filmverhalen vaker naar elkaar dan naar dat verleden zelf te verwijzen. Dat filmmakers citeren en recycleren wordt in de hand gewerkt door twee commerciële principes die al geruime tijd aan de basis van de filmindustrie liggen: standaardisering van de productie en imitatie van vroegere successen. De inhoudelijke en stilistische kruisbestuiving betekent vaak een herhaling en versterking van bestaande stereotiepen, die dikwijls nauw aansluiten bij de normen en waarden die een samenleving uit wil dragen. Zo getuigen veel films van een nationalistisch-mythologische kijk op het verleden.

6. Formuleer kort en bondig jullie conclusie. Vinden jullie dat deze film aanleiding geeft tot een foutief beeld van het verleden bij het publiek? Bestaat dit risico bij andere populaire historische films?