Mijn les focaliseert zich op de woordenschat van de wijndegustatie. Wijn is een product waarvan de consommatie een commentaar vraagt, 'savoir le boire revient à savoir en parler'.
Toegegeven, dit zal een vrij moeilijke les worden. Ze lijkt mij dan ook het meest geschikt voor een slimme en gemotiveerde- wat het vak frans betreft- klas zesdejaars.
Men begint steeds met de wijn wat te bewegen in het glas terwijl men aandacht schenkt aan de intensiteit van de kleur, de helderheid en de fluiditeit. Daarna examineert men de geur die het aroma of het boeket van de wijn vormen. Vervolgens neemt men een slok om de smaak te hebben. Door degustatie kan men van een wijn de kwaliteit, de gebreken, zijn evolutiestadium, zijn toekomst, zijn verleden,... herkennen. Een degustateur probeert uit te drukken wat hij gewaarwordt. Hij wil dus zijn sensatie omzetten in woorden. Iedere stap van de degustatie is voorzien van een precieze terminologie.
De degustateur vindt er plezier in om de complexiteit van de wijn te analyseren. De franse taal bezit een aantal hele mooie en rijke uitdrukkingen om dit te doen. Er is een specifieke woordenschat (de tanine- de aciditeit,...), er zijn metaforen (cf. cartoons in mijn theoretische reflectie), soms doet men dan weer beroep op plastische termen (de wijn is goed geconstrueerd of heeft een mooie vorm,...). Telkens weer komt het erop neer de smaak die men gewaarwordt te beschrijven.
* De website-links bij (info)bronnen te
controleren. U geeft deze aanpassingen door via een speciaal
webformulier |