Docentenhandleiding
Hier willen we praktische zaken in het algemeen en per stap aangeven.
Wat heeft u nodig? Per leerling een computer die aangesloten is op internet. Software: Realvideo (gratis te downloaden) en Adobe (gratis te downloaden) moeten beschikbaar zijn. Beeldscherminstelling: 1024 bij 768 pixels. De leerlingen moeten de mogelijkheid hebben teksten en/of illustraties op te slaan.
Stap 0 De nulmeting moet minimaal één week vóór stap 1 uitgevoerd worden. Als dat niet is gebeurd, zijn hieronder een fictieve meterstanden beschikbaar. Deze kunt u eventueel gebruiken als indicatie: FICTIEVE NULMETING
Stap 1 Leerlingen schrijven hun bevindingen op in de tabel. Vraag hen ook conclusies te trekken, bijvoorbeeld door een lijstje te maken van alle zaken die bijdragen tot het totale energiegebruik en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Laat hen bijvoorbeeld zelf een taartdiagram maken (vergelijk met stap 0). Stap 2
Stap 3 Voor het berekenen is uitgegaan van standaardgetallen, die de werkelijkheid van de gemiddelde prijs benaderen. Leerlingen kunnen onderzoek doen naar de werkelijke prijs via de energierekening van de thuissituatie, of op internet via de leverancier van de energie de prijzen opzoeken. Bij wiskunde kan eventueel met de tabellen worden gerekend. Bij beeldende vorming en Nederlands kan aandacht besteed worden aan het maken van de flyer.
Stap 4 Laat leerlingen de flyers van elkaar beoordelen op grond van een aantal criteria. Bij de herziening van kerndoelen voor de nieuwe onderbouw is het kenmerkend dat naast kerndoelen ook een karakteristiek is geschreven. Uit de karakteristiek sluit aan bij deze webquest:
Karakteristiek
In dit brede leergebied is het actief leren van leerlingen te typeren vanuit twee verschillende perspectieven. Van kindsbeen af wil de mens zijn omgeving begrijpen en zoekt hij naar verklaringen. Dit element krijgt vorm in de combinatie van onderzoek leren doen met het leren gebruiken en toepassen van achterliggende kennis en informatie. Daarnaast wil de mens de omgeving duurzaam beheersen om nu en in de toekomst in de eigen behoeften te voorzien. Dit krijgt vorm in leren ontwerpen en leren maken van bewuste keuzes. Daarvoor is het nodig, deze op het niveau van de leerling in concrete situaties toe te passen. Voor de betrokkenheid van leerlingen is het bovendien belangrijk uit te gaan van voor hen relevante maatschappelijke situaties. Het leergebied is ook gericht op het verwerven van een kritische en onderzoekende houding. Het aspect van het duurzaam beheersen van de omgeving wordt benaderd vanuit techniek, zorg en milieu. Leerlingen maken kennis met de methodiek van ontwerpen en passen de geleerde vaardigheden toe door een technisch product of een programma van eisen te ontwerpen. Zij leren daarbij bewuste keuzes te maken met het oog op zorg voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Leerlingen leren daarbij inzicht te krijgen in de consequenties van keuzes voor de eigen levenswijze. De computer fungeert in het leergebied als hulpmiddel, middel tot communicatie, bron van informatie en onderwerp van onderzoek en studie. Uit de kerndoelen komen de volgende onderdelen: Kerndoelen 28. De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren.
29. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven.
30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden.
32. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie. Wat is een webquest?
Waarom webquests?
Het gebruik van webquests
Noodzakelijk in een webquest;
Niet noodzakelijk, maar aan te bevelen:
Van groot belang is de taak:
Voorwaarden van de taak:
Soorten taken Er zijn allerlei opdrachten mogelijk
Wilt u meer weten over webquests?
http://edweb.sdsu.edu/courses/edtec596/about_webquests.html
www.webkwestie.nl:
voorgezet-onderwijs
5. Karakteristiek en kerndoelen Mens en Natuur Commissie herziening basisvorming, april 2004 Mens en Natuur Karakteristiek In dit brede leergebied is het actief leren van leerlingen te typeren vanuit twee verschillende perspectieven. Van kindsbeen af wil de mens zijn omgeving begrijpen en zoekt hij naar verklaringen. Dit element krijgt vorm in de combinatie van onderzoek leren doen met het leren gebruiken en toepassen van achterliggende kennis en informatie. Daarnaast wil de mens de omgeving duurzaam beheersen om nu en in de toekomst in de eigen behoeften te voorzien. Dit krijgt vorm in leren ontwerpen en leren maken van bewuste keuzes. Deze twee drijfveren spelen ook in de onderliggende vakdisciplines van het leergebied een rol. Het leergebied Mens en natuur omvat elementen uit de vakken biologie, natuurkunde, scheikunde, techniek en verzorging. Het sluit in die visie ook aan bij de kerndoelen Oriëntatie op natuur en techniek van het basisonderwijs. Het leergebied biedt leerlingen een oriëntatie op de levende en niet-levende natuur, techniek en zorg. Sleutelbegrippen uit de verschillende vakken dienen ter ondersteuning daarvan. Daarvoor is het nodig, deze op het niveau van de leerling in concrete situaties toe te passen. Voor de betrokkenheid van leerlingen is het bovendien belangrijk uit te gaan van voor hen relevante maatschappelijke situaties. In het leergebied Mens en natuur ontwikkelen leerlingen vaardigheden om verschijnselen in de levende en niet-levende natuur op een planmatige manier te onderzoeken. Zoveel mogelijk uitgaande van eigen waarnemingen en verwondering doen leerlingen natuurwetenschappelijke kennis op en brengen zij die in verband met abstractere theorieën en modellen. Het leergebied is ook gericht op het verwerven van een kritische en onderzoekende houding. Het aspect van het duurzaam beheersen van de omgeving wordt benaderd vanuit techniek, zorg en milieu. Leerlingen maken kennis met de methodiek van ontwerpen en passen de geleerde vaardigheden toe door een technisch product of een programma van eisen te ontwerpen. Zij leren daarbij bewuste keuzes te maken met het oog op zorg voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Leerlingen leren daarbij inzicht te krijgen in de consequenties van keuzes voor de eigen levenswijze. De computer fungeert in het leergebied als hulpmiddel, middel tot communicatie, bron van informatie en onderwerp van onderzoek en studie. In het feitelijke onderwijsaanbod aan leerlingen kan de inhoud van het leergebied op verschillende manieren worden geordend: in één leergebied, in twee leergebieden Natuur en techniek en Natuur en zorg, in afzonderlijke vakken, in projecten of in mengvormen. In alle gevallen is het nodig de inhoud in samenhang en in relatie tot elkaar aan te bieden en daarbij de samenhang te gebruiken met andere vakken, met name Nederlands en wiskunde. Dat geldt ook voor de samenhang tussen onderzoek leren doen en leren ontwerpen, vaardigheden die elkaar immers kunnen aanvullen en versterken. Kerndoelen 28. De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren. 29. De leerling leert kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. 30. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. 31. De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. 32. De leerling leert te werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie. 33. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken. 34. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. 35. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. |
meer webquests doen?
|