|
PERFECT |
VOLDOENDE |
ONVOLDOENDE |
Opdracht 1
De Tentoonstelling
(10 punten)
|
Leerlingen hebben , op schaal, de muren
nagemaakt en daarop een mooi overzicht van werken van Rembrandt, op schaal,
op de muren geplakt. Er zijn ook diverse tekeningen en schetsen te zien. |
De muren en schilderijen zijn niet op schaal,
maar wel een mooi overzicht. Muren
en schilderijen zijn redelijk in verhouding.
|
Muren zijn niet in verhouding, schilderijen
zijn niet in verhouding.
Schilderijen zijn lukraak opgeplakt, scheef.
Werk ziet er onverzorgd uit of is helemaal
niet gemaakt.
|
|
(=10 punten) |
(=7 punten) |
(= 4 punten) |
|
PERFECT |
VOLDOENDE |
ONVOLDOENDE |
Opdracht 2
Het programma-boekje
(10 punten)
|
Boekje ziet er perfect uit. Heeft duidelijke
indeling en is duidelijk beschreven. Er is informatie over een fictief museum, over
de schilderijen die er hangen, over Rembrandt zelf.
Verantwoording komt verder dan "het schilderij is mooi"
Boekje ziet er verzorgd uit.
|
Boekje ziet er goed uit maar mist een
duidelijke verantwoording voor de gekozen schilderijen.
Mist bijv informatie over het museum of over Rembrandt.
Boekje ziet er wel goed en netjes uit,
overzichtelijk.
|
Boekje mist duidelijke indeling, summiere informatie of over
bepaalde punten helemaal geen informatie. Geen
verantwoording over de gekozen schilderijen.
|
|
(=10 punten) |
(=7 punten) |
(=4 punten) |
|
PERFECT |
VOLDOENDE |
ONVOLDOENDE |
Opdracht 3
De Kenners
(10 punten)
|
De 2 'foute' schilderijen zijn benoemd.
En er is opgeschreven van wie ze wel zijn.
|
Er is 1 schilderij goed uitgehaald.
Beide 'foute' schilderijen zijn er wel
uitgehaald maar er is niet verteld van wie ze wel zijn.
|
Geen van de de 'foute' schilderijen zijn benoemd. |
|
(=10 punten) |
(=7 punten) |
(=4 punten) |
Het is aan de leerkracht het uiteindelijke
puntenaantal te berekenen. 30 punten
= perfect = 10
Tussen 15 en 30 = voldoende= 6, 7, 8, 9
lager dan 15 = onvoldoende= 5 of 4. |