VERWERKING
- Jouw journalistenteam moet verschillende
taken verrichten:
- Foto's selecteren
- Minstens drie artikelen schrijven over
de watersnoodramp van 1953
- Je maakt één artikel over de
rampnacht(en) zelf.
- Vervolgens één artikel over de
reddingen en hulpverlening.
- En tot slot een artikel wat men
deed na 1953 om een dergelijke ramp niet nog eens een keer te laten
plaats vinden.
- Verhalen van getuigen opzoeken.
- Een tentoonstelling samenstellen.
Deze tentoonstelling mag uit echte foto's bestaan, maar het mag ook een
computer-diashow zijn met bijvoorbeeld PowerPoint..
- Samen zoeken jullie de foto's, maar ook
samen bepalen jullie welke foto wel of niet op de tentoonstelling te zien
zal zijn. Let daarbij bijvoorbeeld vooral op:
- de nieuwswaarde van de foto
- is er iets droevigs of juist
vreugdevols of iets bijzonders te zien.
- "vertelt" de foto uit zich
zelf een verhaal.
- Elke journalist schrijft één artikel.
Spreek dus af wie een artikel schrijft over:
- De ramp zelf
- De hulpverlening tijdens de ramp
- Wat men deed om een dergelijk ramp te
voorkomen.
- Bij elk artikel moeten twee foto's
zitten die bij het artikel horen.
- Op internet zoeken jullie vier interessante
verhalen van mensen die de watersnoodramp meegemaakt hebben. Je kopieert die
naar Word of drukt ze rechtstreeks af.
- Je zoekt met zijn drieën naar iemand die
jullie iets kan vertellen over de watersnoodramp. Zoek bij heel oude mensen,
want die kunnen je misschien nog iets vertellen. Neem het gesprek met de
getuige op met een cassetterecorder.
- Jullie bereiden het interview samen
voor. Zet een aantal vragen op papier. Bespreek samen welke vragen je
zeker moet stellen.
- Verdeel de taken voor het interview:
- Een journalist stelt de vragen.
- De tweede bedient de microfoon
- De derde maakt een aantal
(digitale) foto's.
- Werk naderhand het interview samen uit.
Plaats ook één of twee foto's bij het artikel.
- Voor de tentoonstelling werk je weer samen.
Als je een gewone fototentoonstelling maakt, hang je de foto's op. Bij elke
foto schrijf je heel kort waar en wanneer de foto gemaakt is en of er
bijzonderheden te zien zijn. Ook noteer je de naam van de fotograaf of
herkomst de foto. Let ook op de
volgorde van de foto's. Soms kan een fototentoonstelling ook een verhaal
vertellen door de manier waarop de foto's zijn opgehangen.
Verdeel je fototentoonstelling in drieën:
- Minstens vijf foto's van tijdens de
ramp
- Minstens vijf foto's over de
hulpverlening
- Minstens vijf foto's die gaan over het
bestrijden van een nieuwe ramp.
- Ook voor de diashow (in bijvoorbeeld
PowerPoint) werk je samen. Bespreek samen heel goed in welke volgorde je de
dia's laat zien. Dat is namelijk heel belangrijk. In een gewone
fototentoonstelling kunnen bezoekers even terug lopen en de vorige foto nog
eens bekijken. Met een diashow gaat dat niet.
Bespreek ook goed waar je de toelichting van de dia's zet.
|