Werkwijze

Hoe maak je een goede presentatie?
- Zet op elke dia één onderwerp.
- Gebruik passende plaatjes die aansluiten bij wat je vertelt.
- Gebruik géén gifs of grappige memes – dit leidt af.
- Zorg dat de presentatie tussen de 10 en 15 minuten duurt.
- Maak een spiekbriefje zodat je niet alles hoeft te onthouden.
- Zet géén hele teksten op je dia’s, alleen steekwoorden.
Hoe maak je een goede tijdlijn?
- Hou het overzichtelijk: niet alles door elkaar heen.
- Probeer de tijdlijn een beetje op schaal te tekenen (dus langere tijd ertussen = meer ruimte).
- Bedenk eerst alle belangrijke gebeurtenissen, begin daarna pas met tekenen.
- Teken er een paar kleine plaatjes bij om het leuker te maken.
- Vergeet de jaartallen niet!
Hoe maak je een goede plattegrond?
- Gebruik verschillende kleuren en vormen die goed van elkaar te onderscheiden zijn.
- Teken dikke grenslijnen zodat het goed zichtbaar is.
- Maak een legenda (verklaring van de kleuren en symbolen) en schrijf de namen daarin, niet op de kaart zelf.
- Gebruik minimaal A3-formaat, zodat alles voldoende ruimte heeft.
Hoe maak je een goed schema?
- Teken rechte lijnen en maak duidelijke kolommen en rijen.
- Zorg dat alle vakken even groot zijn, zodat je makkelijk kunt vergelijken.
- Geef je kolommen en rijen duidelijke titels.
- Gebruik cijfers en geen tekeningetjes, dan blijft het overzichtelijk.
Zo zou je je presentatie kunnen indelen.
- Dia 1: Titel en de namen van je groep.
- Dia 2: Inleiding – Waar gaat de presentatie over?
- Dia 3 t/m 10: De belangrijkste informatie, in een logische volgorde.
- Dia 11: Conclusie – Wat hebben jullie geleerd?
- Dia 12: Bronnen – Waar heb je je informatie en afbeeldingen vandaan?
Tips
- Werk goed samen: verdeel de taken slim zodat jullie tegelijk aan verschillende onderdelen kunnen werken.
- Gebruik een gedeeld document (bijvoorbeeld Google Docs) om informatie makkelijk met elkaar te delen.
- Zorg dat iedereen iets doet. Bij de beoordeling telt het mee of je goed hebt samengewerkt.
- Kies taken waar je goed in bent – dat werkt sneller én beter.
- Schrijf op waar jullie vastliepen en wat juist goed ging. Dat helpt bij het maken van de reflectie later.
Extra uitleg:
Verder naar infobronnen